Er was niets aan de hand. Ik zat gewoon aandachtig te luisteren naar de docent van mijn opleiding tot geestelijk begeleider. En pats boem! Opeens ging mijn hart tekeer en legde mijn maag zichzelf in een knoop. Er was iets in me opgekomen om in te brengen, en ik werd overmand door zenuwen.
De vorm en het vormloze zijn een. Alles is dezelfde universele energie, of die nu vorm heeft of vormloos is. In elk moment krijgt uit het niets alles vorm. Wat vorm krijgt is, veranderlijk en vergankelijk. Het komt en gaat. Alles wat je ervaart, voelt, gelooft, denkt, meemaakt. Alles wat je over jezelf denkt en gelooft. Ook dat zijn vormen. Creaties die vorm hebben gekregen, ook al kun je ze niet vastpakken.
We zijn geneigd om over zelfvertrouwen te denken in termen van iets dat je moet kweken of ontwikkelen. Een eigenschap die je wel of niet kunt hebben. Als je het niet hebt, is dat een probleem waar je aan kunt of moet werken.
Toen ik een jaar of tien was, zat ik bij een kinderkoor. De dirigent was een kennis van mijn moeder. ‘Moet je horen’, had ze op een gegeven moment tegen hem gezegd, ‘Eline staat thuis altijd zo heerlijk te zingen, waarom geef je haar niet eens een solo?’
Of je nou in de ziel gelooft of niet, niemand kan ontkennen dat we levende wezens zijn. Bezield met leven. Het verschil tussen een levend persoon en een overleden persoon is duidelijk.
Ik weet nog hoe naar het was; het gevoel dat je niet gezien wordt, dat er geen plek is voor jouw talenten, dat die niet opgemerkt worden. Dat gevoel had ik vroeger vaak in werksituaties. Ook al functioneerde ik prima, en had ik allerlei vaardigheden en kennis die me daarbij van pas kwamen.
Je ziet en hoort wat je gelooft. En wat je gelooft is veranderlijk. Daarom kan het gebeuren dat je een en dezelfde uitspraak jaren later totaal anders opvat dan toen je hem eerder hoorde. Je merkt opeens dat je in een nieuwe realiteit bent gekomen. Het verhaal waar je eerder in geloofde, klopt niet meer.
Je hebt liever een fijne ervaring dan een nare. Het is bijvoorbeeld fijn om géén last te hebben van spanning tijdens vergaderingen of in sociale situaties. Want die spanning maakt vaak dat je verkrampt en vervalt in beperkte automatische gedragspatronen.
We kunnen last hebben van ons denken, maar dat betekent niet dat het denken onze vijand is. Je hoeft je intellect of je ego niet te bevechten of ontstijgen. Het is een instrument dat je als mens gegeven is om vorm te geven aan wat het leven via jou tot uitdrukking wil brengen. Je kunt het voor je laten werken, of tegen je. Een mooie metafoor om dit te illustreren is die van de zeilboot op de oceaan.